Is het na een beurscrash beter om aandelen aan te houden, te verkopen of juist bij te kopen? Vermogensbeheerder Schroders ging terug in de beursgeschiedenis en kwam tot een aantal opmerkelijke conclusies.
Hoewel elke belegger weet dat forse koersschommelingen op korte termijn erbij horen, is het lastig om te bepalen wat je moet doen als de beurzen zo sterk fluctueren. Toch heeft de manier waarop beleggers reageren op een daling grote gevolgen voor de toekomstige vermogensopbouw.
Check ook: 5 tips om je portefeuille te beschermen tegen een wilde achtbaanrit
Volgens Duncan Lamont, hoofd onderzoek en analyse van Schroders, is het sinds 1871 in totaal 11 keer voorgekomen dat de aandelenmarkten met 25% of meer zijn gedaald. Het duurde gemiddeld 1,8 jaar voordat de markten herstelden.
Drie opties
Over het algemeen hebben beleggers drie opties tijdens een crash:
- aandelen verkopen (ook wel 'dash-for-cash' genoemd)
- blijven zitten waar je zit of
- aandelen bijkopen (ook wel ‘double down’ genoemd)
Lamont rekende uit hoe lang het duurde voordat een beleggingsportefeuille weer zijn oorspronkelijk waarde had teruggekregen van voor de crash. Hij ging ervan uit dat de belegger pas in actie kwam nadat de beurs 25% gekelderd is.
In de onderstaande grafiek staan de uitkomsten voor elke strategie.
Aantal jaren dat het duurt voor alle verliezen zijn goedgemaakt
Bron: Federal Reserve Bank of St. Louis, Robert Shiller, Schroders, S&P 500.
Verkopen: minst aantrekkelijke optie
Het is uiteraard begrijpelijk dat sommige beleggers zo schrikken van een crash, dat ze in het vervolg liever contanten aanhouden. Maar volgens Schroders is deze optie het minst aantrekkelijk omdat het heel erg lang kan duren voordat de verliezen worden goedgemaakt.
Lees ook: Hoe schadelijk zijn forse koersschommelingen?
Zo zouden beleggers die in 1929 aandelen verruilden voor contant geld, tot 1963 hebben moeten wachten om hun verlies weer goed te maken: maar liefst 34 jaar dus. Een belegger die stil had gezeten, zou aan het begin van 1945 weer break-even zijn geweest. Wie aandelen had bijgekocht, was na ruim zes jaar weer boven Jan geweest.
Of neem 2001, toen de beurs instortte vanwege de internetzeepbel. Beleggers die toen alles hadden omgezet in cash, zouden nu op ongeveer 90% van hun waarde zitten: hun portefeuille staat dus nog steeds onder water. Ook beleggers die tijdens de laatste crisis, in 2008, waren uitgestapt, zouden tot op de dag van vandaag tegen een verlies hebben aangekeken.
Het moge duidelijk zijn: aandelen omzetten in cash is bij eerdere beurscrashes funest voor je persoonlijke welvaart.
Bijkopen: weinig verschil met niets doen
Rest de vraag: moeten beleggers op dit moment meer aandelen bijkopen? Volgens Lamont hangt dit volledig af van je persoonlijke omstandigheden. Niet iedereen heeft immers genoeg geld om tijdens een ernstige crisis aandelen bij te kopen.
Uit het onderzoek van Lamont blijkt dat in de meeste gevallen een bijkoop-strategie geen groot verschil maakte ten opzichte van de belegger die niets deed. Slechts een keer was er in de geschiedenis een groot verschil: na de crisis van de jaren dertig van de vorige eeuw.
Lees ook: Aandelen kopen: wanneer en hoeveel?