Als je al het belangrijke voorwerk hebt gedaan, zoals het formuleren van je doel, het bepalen van je risicoprofiel en het invullen van je asset allocatie, ben je eindelijk ver genoeg om je portefeuille te gaan inrichten met echte beleggingen.
Maar wat moet je kopen? Voordat we je daarbij gaan helpen is het belangrijk om te weten wat de verschillen zijn tussen de verschillende soorten beleggingsproducten die er op de markt te verkrijgen zijn. Het verschilt namelijk sterk per persoon en per geval welke producten voor wie geschikt zijn. We lopen de verschillende mogelijkheden met je door:
Aandelen en obligaties - de meest directe manier om te beleggen is om zelf aandelen of obligaties te kopen op de beurs. Het is ook met afstand de moeilijkste en meest tijdrovende manier. Mensen met weinig of geen ervaring op de beurs doen er verstandiger aan om te beginnen in één van de volgende categorieën. Maar wie er tijd in wil steken en het leuk vindt om zelf te analyseren kan met een simpele effectenrekening zo de meeste belangrijke beurzen op.
ETF’s of indextrackers – Beleggingsproducten waarmee je op een simpele manier kunt beleggen in een hele regio, beurs of sector. Met een ETF koop je in feite in één keer een hele index, zoals de AEX, de Amerikaanse S&P 500 of de Europese Eurostoxx 50-index. Voor dat ‘gemak’ betaal je een klein bedrag aan kosten, variërend van onder de 0,1% tot 0,7%.
Lees ook: Wat is een ETF precies?
Beleggingsfondsen – Hiermee beleg je ook in meerdere aandelen en/of obligaties, vaak gecentreerd in een bepaalde regio of rond een bepaald thema, maar het verschil met ETF’s bestaat eruit dat die selectie wordt gemaakt en beheerd door een fondsmanager. Die kan naar believen afwijken van die index als hij of zij ergens kansen of juist risico’s ziet. Door die ‘actieve’ component is een beleggingsfonds vaak iets duurder dan een ETF. De jaarlijkse kosten kunnen sterk verschillen, maar ergens tussen de 0,5% en 1,5% is gangbaar.
Profielfondsen of ‘gemaksfondsen’ – Alles-in-één-producten die worden aangeboden door de grote banken, maar ook steeds vaker door vermogensbeheerders en fondsaanbieders. In deze fondsen wordt ook de asset allocatie voor je geregeld, op basis van je gekozen risicoprofiel. Doorgaans bestaan ze uit aandelen- en obligatiefondsen en/of indextrackers. De kosten liggen meestal ergens tussen de 0,5% en 1,0%.
Er zijn nog andere beleggingsvormen dan die we hier noemen (opties, turbo's, hedgefunds, vastgoed, crowdfund-leningen, participaties) maar voor de opbouw van een eenvoudige langetermijnportefeuille zijn deze vier mogelijkheden de meest gangbare.
Lees ook: Dit is de belangrijkste beslissing die een belegger moet nemen
In volgende artikelen gaan we je verder helpen om je weg te vinden binnen deze productcategorieën. Voor nu volstaat het om alvast na te denken of je van plan bent om actief te gaan beleggen of dat je er vrede mee hebt dat anderen beleggingsbeslissingen voor je nemen. In het eerste geval staat het je vrij om overal in te beleggen - al lijken de gemaksfondsen dan niet de meest logische keuze. In het tweede geval doe je er verstandig aan om je te houden bij beleggingsfondsen, ETF's of gemaksfondsen.
Lees ook: Zo bepaal je welke beleggingsproducten voor jou geschikt zijn
Combineren kan natuurlijk ook. Sommige beleggers vinden het leuk om zelf aandelen te kiezen, maar kiezen ervoor om het obligatiedeel van hun portefeuille in fondsen of trackers te beleggen. Of je kunt ervoor kiezen om je aandelenportefeuille grotendeels in fondsen of trackers te steken, maar een klein deel apart te houden om een paar eigen favoriete aandelen mee te kopen.
Op een site als IEX.nl of Belegger.nl vind je heel veel informatie, analyses en invalshoeken over aandelen. Hoe je kunt bepalen of beleggingsfondsen, ETF's of gemaksfondsen de beste keuze voor jou zijn, kun je hier lezen.
Dit artikel is onderdeel van de gids Beginnen met beleggen.