Wie het ooit exact heeft uitgerekend weten we niet, maar de hele beleggingswereld hanteert het als vuistregel: tachtig procent van het rendement dat je behaalt, wordt bepaald door asset allocatie. Dat is de sjieke term voor de verdeling van je portefeuille over de belangrijkste beleggingscategorieën:
- Obligaties
- Aandelen
- Vastgoed
- Cash/spaargeld
Kortom, welke asset allocatie je kiest is misschien wel de belangrijkste beslissing die je als belegger zult nemen. Als je je laat adviseren of je vermogen laat beheren zal je adviseur of beheerder waarschijnlijk wel een voorstel doen voor een asset allocatie; als je zelf belegt zul je daar zelf over na moeten denken.
Lees ook: Zelf beleggen of laten beleggen? Wat past bij jou?
Spreiding is de truc
Naar wens kun je aan de vier genoemde categorieën nog exotischer beleggingen als hedgefunds of goud en andere grondstoffen toevoegen, maar in de regel houden de meeste standaardportefeuilles zich aan bovenstaand kwartet (waarbij vastgoed eigenlijk ook nog optioneel is, zeker voor mensen die al veel geld in een eigen huis hebben zitten).
De truc van asset allocatie zit hem in de risicodempende werking van de spreiding over categorieën. Het gebeurt zelden dat alle categorieën tegelijk in waarde dalen; in een beurscrash fungeren de obligaties (en de cash) als vangnet en de geschiedenis leert dat het sowieso niet of nauwelijks te voorspellen is wanneer welke categorie precies de beste prestaties laat zien.
Check ook: Het geheim van een goede portefeuille? Spreiding, spreiding & spreiding
De hoeveelheid geld die je in iedere categorie steekt wordt grotendeels bepaald door je risicoprofiel, de tijd waarover je belegt en de doelen die je wilt behalen. Hoe verder weg je beleggingshorizon ligt – een pensioen over 30 jaar, bijvoorbeeld – en hoe hoger het rendement dat je nodig hebt om je doelen te behalen, hoe offensiever je de asset allocatie kunt indelen. Zolang dat binnen je grenzen van geaccepteerd risico ligt, uiteraard.
Lees ook: Een passende asset allocatie is belangrijk. Maar welke kies je?
Bij het ene risicoprofiel ligt de nadruk vooral op obligaties en eventueel cash en juist niet op aandelen (en vastgoed). Helemaal de andere kant op kan ook: de nadruk op aandelen, minder obligaties en cash. En daar tussenin zijn ook nog keuzes te maken. Hoe die verdeling er per risicoprofiel - zoals defensief, neutraal en offensief - er dan ongeveer uitziet? Daarover vertellen we binnenkort meer.
Dit artikel is onderdeel van onze gids Beginnen met beleggen.