IEXGeld

Dossiers

Profiel

Meer rendement = meer risico. Altijd.

Wie meer rendement wil halen moet meer risico nemen.

Dat is misschien wel de belangrijkste stelregel die je in je oren moet knopen voor je gaat beleggen. Zeker als je je makkelijk laat verleiden door glimmende brochures die fraaie rendementen tegen lekker laag risico aan je willen slijten. Als je zoiets leest hoort er meteen een alarmbelletje in je hoofd af te gaan.

Risico en rendement gaan namelijk hand in hand. Altijd. Hoe hoger het rendement dat je wordt voorgespiegeld, hoe hoger het risico dat je loopt. Vaak ligt dat voor de hand – iedereen weet dat aandelen riskanter zijn dan een spaarrekening, maar dat de verwachte rendementen op termijn hoger zijn – maar soms zijn die risico’s minder makkelijk in een oogopslag te zien.

De truc van beleggen is niet per se om risico te vermijden - je zult namelijk risico moeten nemen om rendement te maken – maar je moet dat risico wel begrijpen, aankunnen en beheersen. Moeilijk? Ja, dat is het. Laat het een troost zijn dat zelfs professionals de grootste moeite hebben met dit onderdeel.

Lees ook: Ja, beleggen is riskant, maar de beurs is géén casino

Obligaties of aandelen?

Als je gaat beleggen bij een bank of een vermogensbeheerder krijg je standaard een vragenlijstje voorgelegd, waarmee je risicoprofiel wordt bepaald. Vaak wordt daarbij gekeken naar je ervaring, of je snel in de stress schiet bij verlies en welke doelen je nastreeft met je beleggingen.

Dat risicoprofiel is belangrijk voor de invulling van je portefeuille. Is het laag, dan zul je vaak voorzichtiger beleggen, is het hoog dan kun je offensiever – oftewel riskanter – beleggen. In de praktijk betekent dat beleggers die weinig risico (hoeven te) nemen meer in relatief veilige instrumenten als obligaties zullen beleggen en beleggers die meer risico aankunnen meer in aandelen zullen zitten. Financiële partijen moeten het risicoprofiel verplicht aangeven in een plaatje zoals dat hiernaast staat.   

Duidelijk tot dusver? Mooi, dan gaan we het nu wat ingewikkelder maken. Want waarom is een obligatie bijvoorbeeld veiliger dan een aandeel? De alom geaccepteerde maatstaf voor risico is de mate van beweeglijkheid van een belegging. Logisch, want wat hard kan stijgen en dalen geeft minder zekerheid dan een belegging die veel kleinere uitslagen laat zien.

De AFM verplicht aanbieders van beleggingsproducten om in hun advertenties een ‘risicometer’ op te nemen, die aangeeft of het product een hoog of een laag risico heeft. Dat gebeurt op basis van de beweeglijkheid die zo’n zelfde belegging in het verleden heeft laten zien. Dat ziet er zo uit:

Risico's uit het verleden

Kijk daar vooral naar, maar besef wel dat die risicometer alleen iets zegt over het gedrag in het verleden van die belegging. En net zoals rendementen uit het verleden geen garantie geven voor de toekomst, geven risico’s uit het verleden dat ook niet altijd.

Obligaties staan nu te boek als veel minder riskant dan aandelen en dat is begrijpelijk: het zijn leningen waarop je een vaste rente krijgt en als het goed is krijg je aan het eind van de looptijd je inleg weer terug. Dat lijkt in alle opzichten minder riskant dan aandelen, waarvan zowel de waarde als de uitkeringen (in de vorm van dividend) onbeperkt kunnen fluctueren.

Probleem is alleen dat obligaties door de dalende rente enorm in waarde zijn gestegen de laatste jaren. Als die rente weer gaat stijgen kunnen obligaties juist de omgekeerde weg inslaan. Kortom, het feit dat ze in het verleden een bijna risicoloze belegging waren, betekent niet dat ze dat nu nog steeds zijn.

Wat kun je met die kennis? Helaas niet zoveel. Vermogensbeheerders en pensioenfondsen hanteren nog vrij massaal het klassieke model van obligaties voor de veiligheid en aandelen voor het meer riskante deel van de portefeuille. Toch is het goed om dit in het achterhoofd te houden en in de toekomst scherp te letten op wat er gebeurt zodra de rente weer eens serieus gaat stijgen. En er zijn eenvoudige methodes om het risico van een portefeuille zo laag mogelijk te houden.

Lees ook: Beheers je risico met spreiding, spreiding en nog eens spreiding

Risico blijkt vaak pas achteraf

Inmiddels heb je wel door dat risico een moeilijk te doorgronden fenomeen is. Geen nood, de knapste koppen hebben daar moeite mee en de grootste risico’s in de markt blijken vaak achteraf pas zonneklaar te zijn. Wat een belegger vooral moet doen is goed opletten, zeker als er prachtige rendementen worden voorspeld. Daar moeten altijd risico’s tegenover staan.

Die risico’s kunnen heel veel vormen aannemen, meer dan we hier kunnen noemen, maar om een indruk te geven van de mogelijke verschijningsvormen van risico, hier tot slot een paar voorbeelden:

  • Hefboomrisico: Turbo’s, Opties, Sprinters, ze hebben allemaal de prettige eigenschap dat je er méér mee kunt verdienen dan een directe belegging in het aandeel of de index waar ze op gebaseerd zijn. Dat hefboomeffect werkt echter ook de andere kant op: de mogelijke verliezen zijn ook navenant groter.
  • Tegenpartijrisico: Met wie doe je zaken? En wat gebeurt er als die tegenpartij failliet gaat? Beleggingsfondsen en brokers hebben hun diensten vaak zo geconstrueerd dat je vermogen buiten een eventueel faillissement blijft, maar dat is niet altijd zo. In de jaren voor de crisis kochten beleggers massaal gestructureerde producten die mooie rendementen beloofden, uitgegeven door Lehman Brothers. Toen die bank failliet ging was ook hun belegging verdampt. 
  • Verkooprisico: sommige vastgoedbeleggingen lijken een prettig voorspelbaar rendement te bieden, omdat de huurinkomsten redelijk vast liggen. In veel gevallen wordt het uiteindelijke rendement echter mede bepaald door de opbrengst bij verkoop van het vastgoed. Als die tegenvalt kan het rendement ook veel lager – of negatief – uitvallen.

Dit artikel is onderdeel van de gids Beginnen met beleggen.

Gerelateerde Tools

Lees ook:

Trump versus Harris: maakt het uit voor beleggers?

Wie trekt aan het langste eind? En maakt de uitslag eigenlijk uit voor b... Lees verder ›