Sinds 2013 wordt de AOW-leeftijd steeds een stukje verhoogd. Vanaf 2018 werken we door totdat we 66 zijn, vanaf 2021 ligt de pensioengerechtigde leeftijd op 67 jaar.
En er is meer aan de hand. Met ingang van komend jaar, 2015 dus, geldt er een aantal nieuwe regels die van invloed kunnen zijn op (de opbouw van) je pensioen.
Drie aandachtspunten.
1. Lagere opbouwpercentages
De maximale opbouwpercentages gaan omlaag. Dit is wettelijk bepaald. In 2013 kon je binnen een pensioenregeling nog maximaal 2,25% van je salaris gebruiken om voor je pensioen te sparen.
In 2014 werd dit 2,15% en met ingang van 2015 is dit 1,875% per dienstjaar bij een middelloonregeling. Bij een eindloonregeling is dit 1,657%. Deze percentages gelden bij een pensioenleeftijd van 67 jaar.
Dat betekent dus, in het kort, dat je minder spaart. De gedachte hierachter is dat je per jaar minder hoeft op te bouwen omdat we langer door moeten werken.
Lees ook: Stappenplan: bereken je pensioentekort
2. Ouderdomspensioen tot 100.000 euro
Het maximaal pensioengevend loon wordt 100.000 euro. Verdien je meer dan dit per jaar? Boven dat bedrag kun je dan geen pensioenpremie meer aftrekken bij de fiscus, zegt Zowerktpensioen.nl.
Dit maximale bedrag wordt ook wel de aftoppingsgrens genoemd. Wat je al hebt opgespaard aan ouderdomspensioen blijft overigens onaangetast.
Voor mensen die een inkomen boven de aftoppingsgrens hebben en toch willen sparen komt er de nettolijfrente: een vrijwillige oudedagsvoorziening waarbij de (niet-aftrekbare) premie wordt betaald vanuit het netto-inkomen. Uitkeringen uit die lijfrente zijn onbelast en de waarde ervan is vrijgesteld van de inkomstenbelasting in box 3.
En er zijn ook nog andere manieren om voor je oudedag te sparen.
Lees ook: Zelf pensioensparen, met kleine maandelijkse beetjes
3. Nabestaandenpensioen: ook de klos
De aftoppingsgrens geldt ook voor het nabestaandenpensioen dat je partner krijgt als jij komt te overlijden. In elk geval, als het onderdeel is van je pensioenregeling, natuurlijk.
Het nabestaandenpensioen is een uitkering die iemand krijgt als zijn of haar partner overlijdt.
De pensioenversobering heeft meer invloed op het nabestaandenpensioen dan op het ouderdomspensioen, schrijft Z24 - afhankelijk van de wijze waarop het pensioen wordt opgebouwd. Het nabestaandenpensioen dat je partner krijgt kan duizenden euro's per jaar lager uitvallen als je ná 1 januari 2015 overlijdt.
Mocht je nu al nabestaandenpensioen ontvangen, dan merk je niets van deze nieuwe regels.
Check ook: Dit gebeurt als het kabinet hakt in het nabestaandenpensioen