Hoe komt het toch dat het verschil tussen arm en rijk steeds groter wordt? Pieter Kort vermoedde in april al dat dit waarschijnlijk komt omdat rijkere mensen wél beleggen en de minder rijken niet. Nu is er een Amerikaans onderzoek dat dat deels bevestigt.
De conclusies van dit onderzoek zijn dat de grote welvaartsverschillen worden versterkt door de verschillende keuzes die beleggers maken. Volgens de uitslag van dit onderzoek gedaan door de Amerikaanse centrale bank (Fed) en de universiteit van Michigan verkopen de armere beleggers vaak hun aandelen in dalende markten en hebben de rijkere meer geduld (of geld) om te blijven zitten. Dit is mede de oorzaak van de welvaartsongelijkheid in de Verenigde Staten.
Lees ook: Er is geen grotere stoorzender voor beleggers dan de beurs
In de praktijk
In de jaren negentig en aan het begin van deze eeuw stapten veel particuliere beleggers in de alsmaar stijgende aandelenmarkten. Toen de markten gingen dalen, hebben veel beleggers hun verlies genomen en hun aandelen verkocht.
De beleggers die zijn blijven zitten, profiteerden van de enorme koersstijging die sinds 2009 heeft plaatsgevonden. En het blijkt dat dit vooral de rijkere huishoudens waren. Logisch. Ik vermoed dat door de crisis en als gevolg daarvan onder andere de toegenomen werkloosheid vooral de armere beleggers het belegde geld nodig hadden om te kunnen leven.
Beleggers maken dus vaak de verkeerde keuzes als de koersen kelderen, in plaats van aandelen bij te kopen, verkopen zij op een dieptepunt. Veel mensen met een lager inkomen hebben mede hierdoor hun welvaart en inkomen zien dalen, ondanks dat de economie al vijf jaar groeit.
Van de rijkste 10% inwoners van de Verenigde Staten bezit 93% aandelen, van de 10% daar net onder heeft nog 81,6% aandelen in bezit. Van de resterende 80% Amerikanen heeft nog maar 48,8% aandelen.
Bevestiging
Een ander onderzoek van de economen Bing Chen en Frank Stafford lijkt dit beeld te bevestigen. Zij volgen een aantal huishoudens gedurende een lange periode, om er achter te komen wat de factoren achter inkomensschommelingen waren.
Het resultaat van dit onderzoek is dat huishoudens met hoge opleidingen en sterke portefeuilles over het algemeen hun aandelen vasthouden tijdens marktdalingen. Lager geschoolde beleggers, met een beperkter vermogen zijn meer genegen om te verkopen. Keert de markt ten goede, dan worden de rijken dus nog rijker.
Lees ook: Wat moet je doen als de AEX keldert? Als het even kan niets
Stafford vermoedt dat een aantal particulieren hun vingers een keer aan de markt gebrand heeft en het niet nog een keer wil meemaken.
Grotere verschillen
Stel dat er twee gezinnen zijn met een ton te besteden in 2007. Het ene gezin verkocht in 2009 en heeft nog maar 50.000 dollar over op een spaarrekening. Het andere gezin beet door en bezit nu 130.000 dollar aan aandelen. Het verschil in rijkdom komt door de verkeerde keuzes.
De Fed constateert dat de 3% rijkste gezinnen steeds meer geld krijgen, zij bezitten nu 54% van alle welvaart, tegen 45% in 1989. De 90% aan gewone huishoudens zag hun welvaartsbezit slinken van 33% naar 25%. Hoeveel de aandelenmarkten daar precies aan bijdragen is niet bekend.