Heb je kinderen? Lees onderstaande punten voordat je je belastingaangifte doet.
1. De Belastingdienst verwacht geen geboortekaartje
Je hoeft de Belastingdienst niet op de hoogte te brengen van het feit dat je een kind hebt gekregen. Dit doet de gemeente voor je.
2. Fiscale partners na de geboorte van jullie kind? Dat kan lonen
Staan jij en je partner samen ingeschreven? Dan worden jullie fiscale partners zodra jullie een kind krijgen. Zijn jullie dit maar voor een deel van het jaar, bijvoorbeeld omdat je kind in december 2013 is geboren, dan kun je er bij de aangifte nog wel voor kiezen om voor het gehele jaar als fiscale partners te worden beschouwd.
Een fiscaal partnerschap kan lonen: je kunt dan schuiven met aftrekposten en vermogen. Elke verdeling mag, zolang het in totaal maar neerkomt op honderd procent. De partner met het hoogste inkomen kan bijvoorbeeld de kosten aftrekken.
Maar: samen aangifte doen is niet in alle gevallen voordeliger. Of het in jouw situatie nut heeft, kun je samen met je fiscale partner eenvoudig bekijken in het aangifteprogramma van de Belastingdienst.
3. Om in de gaten te houden: heffingskortingen
Er bestaan verschillende heffingskortingen voor ouders: de inkomensafhankelijke combinatiekorting, de alleenstaandeouderkorting en de ouderschapsverlofkorting.
Of je ervoor in aanmerking komt, hangt af van verschillende voorwaarden. Zo moet je om de inkomensafhankelijke combinatiekorting te krijgen een bepaald arbeidsinkomen hebben (hoger dan 4.814 euro) of recht hebben op de zogeheten zelfstandigenaftrek. Een voorwaarde voor de alleenstaandeouderkorting voor de aangifte van 2013 is dat je jongste kind ná 31 december 1994 is geboren (en dat je in de periode waarover je de korting krijgt alleenstaand was). En voor ouderschapsverlofkorting geldt onder andere dat je kind jonger moet zijn dan 8 jaar.
4. Check of je uitgaven voor levensonderhoud mag aftrekken
Als je in 2013 een kind van jonger dan 21 jaar had, dat niet in staat was om in zijn of haar eigen levensonderhoud te voorzien – bijvoorbeeld omdat hij of zij nog op school zat – dan kun je onder bepaalde voorwaarden uitgaven voor levensonderhoud aftrekken. Dit gebeurt per kwartaal.
Het gaat hierbij om kosten die je hebt gemaakt voor zaken als voeding, kleding en de zorgverzekeringspremie. Let op: het bedrag dat je af kunt trekken is een vast bedrag per kwartaal: je mag dus - jammer, maar helaas - niet de werkelijk betaalde bedragen aftrekken. De hoogte van het bedrag hangt onder andere af van de leeftijd van je kind, en varieert voor aangifte over 2013 van 295 euro tot 1065 euro.
Dit zijn de voorwaarden waaraan je moet voldoen:
- Je kind is aan het begin van het kwartaal jonger dan 21 jaar. Hij of zij kan in die periode niet zelf in zijn levensonderhoud voorzien (gebaseerd op door de fiscus bepaalde voorwaarden). In die periode krijgt niemand in het huishouden kinderbijslag of een vergelijkbare uitkering voor dit kind. Ook heeft niemand hier recht op;
- Je kind krijgt in kwartaal geen studiefinanciering, tegemoetkoming in de studiekosten of een vergelijkbare (eventueel buitenlandse) regeling. Ook wanneer je kind een bijstandsuitkering krijgt, en jij hem of haar financieel ondersteunt, kun je deze kosten niet aftrekken als kosten voor levensonderhoud;
- De uitgaven voor levensonderhoud zijn voor dit kind in het kwartaal ten minste 408 euro. Dat is het bedrag dat voor 2013 is vastgesteld. Het gaat moet om uitgaven gaan waarvoor je geen vergoeding krijgt.
5. Over kinderalimentatie betaal je geen belasting
Heb je kinderen die jonger zijn dan 21 jaar, en ontvang je daar alimentatie voor? Dat bedrag hoef je niet aan te geven in de aangifte. Je betaalt geen belasting over kinderalimentatie.
Let op: ontvang je zelf alimentatie van je ex-partner? Over dit bedrag moet je wél belasting betalen. Geef het dus aan.
6. Jíj betaalt belasting over het vermogen van je minderjarige kinderen
Je meerderjarige kinderen doen voor al hun inkomsten, en ook hun vermogen, zelf belastingaangifte. Bij minderjarige kinderen gaat dit anders. Zij worden zelf belast voor inkomsten zoals winst uit eigen onderneming, hun loon, opbrengsten uit overig werk, et cetera. Maar voor hun vermogensbestanddelen geldt dit niet.
Dat zit zo: het belastbaar inkomen van minderjarige kinderen uit eigen woning en uit aanmerkelijk belang, net als het rendementsgrondslag voor het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen, wordt toegekend aan de ouder die het gezag over hen uitoefent. Hij of zij berekent de waarde van de bezittingen en schulden van je minderjarige kind zoals deze was op 1 januari van het jaar waarover aangifte wordt gedaan (nu gaat het dus om de ‘stand’ op 1 januari 2013). Deze waarde wordt opgeteld bij het eigen vermogen van de ouder.
Let op: dit gaat om kinderen die op 1 januari 2013 jonger dan achttien jaar waren.
7. Jij en je kind als fiscale partners
Samenwonenden zijn vaak fiscale partners. Wist je dat je niet alleen met je echtgenoot of geregistreerd partner fiscale partners kunt zijn, maar ook met, bijvoorbeeld, je eigen kind? Omdat je bijvoorbeeld met z'n tweeën eigenaar bent van een woning?
Wel is het zo dat je alleen in 2013 fiscale partners kunt zijn geweest, wanneer jullie op 31 december 2012 allebei 27 jaar of ouder waren.
Lees meer: Dossier Belastingaangifte 2014