Wie elke maand een mooi bedrag overhoudt, kan kiezen om dat weg te zetten op een spaarrekening. Maar beleggen is ook een optie. Wat is het verstandigst?
Wie naar rendementen uit het verleden kijkt, kan de conclusie snel trekken. Beleggen levert uiteindelijk veel meer op dan sparen. In de periode 1900-2012 leverde een Nederlandse spaarrekening 3,6% per jaar op (bij een inflatie van 3%). Aandelen leverden een rendement op van 7,9% over dezelfde periode. En de veiliger obligaties scoorden qua rendement met 4,5% ook beter dan de spaarrekening.
Maar dat betere resultaat heeft zijn prijs. De tussentijdse schommelingen zijn fors. De Nederlandse aandelenindex AEX daalde na 2001 van zijn hoogtepunt op 700 punten tot onder de 200. Dat is een daling van zo'n 65% en het duurt jaren, decennia wellicht, voordat die daling weer is weggewerkt. Kortom, het langetermijnplaatje verdoezelt de schommelingen en dus de risico's van beleggen.
Risico en rendement gaan hand in hand op de beurs. Onderstaande grafiek maakt dat duidelijk:
* grafieken: Evi
Waar de risico's en de te verwachten rendementen van een spaarrekening zowel overzichtelijk als beperkt zijn, zijn die van beleggen op de korte termijn onvoorspelbaar en kunnen de uitslagen veel groter zijn. Hoe langer de tijdspanne, hoe voorspelbaarder rendementen van aandelen en obligaties worden. De tijd corrigeert uiteindelijk het gros van de forse tussentijdse bewegingen.
Dat maakt beleggen tot een interessante tool voor mensen die elke maand een vast bedrag overhouden en dat pas over vijftien, twintig jaar nodig hebben. Sparen is veel veiliger voor de korte termijn.
Wie genoeg overhoudt aan het einde van de maand, kan het natuurlijk ook naast elkaar doen. Sparen om de wasmachine of auto over drie jaar te vervangen. En beleggen voor de studie van je kind, of als aanvulling op je pensioen over twintig jaar.
Aan de slag als belegger? Hier begin je!